Internationale Vrouwendag: 230 miljoen meisjes onderworpen aan genitale verminking

Genitale verminking (Female Genital Mutilation of FGM) is een pijnlijke en gevaarlijke procedure die blijvende schade veroorzaakt. Meestal worden meisjes besneden voordat ze in de puberteit raken, soms nog voor ze vijf jaar oud zijn.

De Verenigde Naties wil de praktijk uitbannen tegen 2030, maar uit de nieuwe cijfers blijkt dat het tempo 27 keer sneller zou moeten om dat doel nog te halen. Wereldwijd leven nu ruim 230 miljoen meisjes en vrouwen die genitale verminking hebben ondergaan. Dat is meer dan in 2016, maar dat betekent niet dat FGM in opmars is. Wel worden steeds meer meisjes geboren in landen waar de praktijken nog vaak worden toegepast.

Conflict

“Vrouwelijke genitale verminking schaadt de lichamen van meisjes, fnuikt hun toekomst en brengt hun leven in gevaar”, zegt Catherine Russell, uitvoerend directeur van Unicef. “We zien ook een zorgwekkende trend dat steeds meer meisjes op jongere leeftijd aan deze praktijk worden onderworpen, vaak vóór hun vijfde verjaardag. Dat verkort de tijd om in te grijpen nog verder. We moeten de inspanningen opdrijven om deze schadelijke praktijk te beëindigen.”

Uit het rapport blijkt dat vooral Afrika een hotspot blijft, goed voor 144 miljoen gevallen. Azië volgt met 80 miljoen, het Midden-Oosten met 6 miljoen. Uit de analyse blijkt ook dat 4 op de 10 FGM-slachtoffers in fragiele omgevingen leven die getroffen worden door conflict en tegelijk met een sterke bevolkingsgroei kampen.

Die combinatie zet zowel onderwijs als gezondheidszorg onder druk en maakt het moeilijker om genderongelijkheid aan te pakken. Landen als Somalië en Soedan hebben nog een lange weg te gaan wat FGM betreft, maar kampen ook met urgente problemen als conflict en de bevolkingsgroei. Ethiopië heeft een gestage vooruitgang geboekt, maar ook daar dreigen klimaatschokken, ziekte en voedselonzekerheid.

Toch vooruitgang

Toch tonen de cijfers ook dat er vooruitgang geboekt wordt en dat die versnelt. De helft van de vorderingen in de afgelopen dertig jaar zijn geboekt in het voorbije decennium. Succeslanden zijn onder meer Kenia, Sierra Leone en Egypte.

Ook de publieke opinie verandert. Volgens het rapport zijn ongeveer 400 miljoen mensen in landen in Afrika en het Midden-Oosten – of tweederde van de bevolking – nu tegen de praktijk.