Klimaatgerelateerde hittegolven kosten wereld al 30 jaar rib uit het lijf

De verhoogde frequentie en intensiteit van hittegolven van de voorbije decennia - een wereldwijd fenomeen - hebben ernstige gevolgen gehad voor landbouwopbrengsten en de menselijke gezondheid en productiviteit.

Dat heeft de wereldeconomie in de periode 1992-2013 naar schatting tussen de 16.000 en 65.000 miljard dollar gekost. Dat becijferden onderzoekers aan de Amerikaanse universiteit op basis van nieuwe economische en meteorologische data.

Transfer van rijkdom

Het onderzoek, vrijdag gepubliceerd in Science Advances, geeft ook aan dat die kost disproportioneel gedragen wordt door de armste landen, die het minste bijgedragen hebben aan de opwarming van de aarde.

In de meest welvarende landen bedroegen de verliezen gemiddeld 1,5 procent van het bbp, terwijl dat in lage-inkomenslanden gemiddeld 6,7 procent was.

In de aanloop naar COP27 kunnen deze bevindingen het debat over loss and damage (steun voor landen die nu al te lijden hebben onder de gevolgen van de klimaatverandering) verder aanzwengelen.

"We hebben een situatie waarin de mensen die de opwarming van de aarde veroorzaken, meer middelen hebben om bestand te zijn tegen die veranderingen”, zegt geograaf Justin Mankin, die meewerkte aan het onderzoek. “In wezen gaat het om enorme transfers van rijkdom van de armste landen ter wereld naar de rijkste landen ter wereld, door klimaatverandering. Die transfers moeten worden omgedraaid.”

Prijskaartje

De onderzoekers benadrukken ook de nood aan beleidshervormingen en infrastructuur om arbeiders beter te beschermen tegen hittestress op de warmste dagen van het jaar. Zulke maatregelen versneld invoeren zou nu al economische voordelen opleveren, zegt Cristopher Callahan die het onderzoek leidde.

“De hoeveelheid geld die aan adaptatiemaatregelen (acties om zich aan te passen aan de impact van klimaatverandering, red.) wordt besteed, moet niet alleen worden bepaald op basis van het prijskaartje van die maatregelen, maar in verhouding tot de kosten van niets doen. Ons onderzoek toont aan dat er een aanzienlijk prijskaartje kleeft aan niets doen.”