Eilandstaat Kiribati eist wereldwijd kolenmijnmoratorium

Kiribati, een eilandstaat pal in het midden van de Grote Oceaan, is een van de VN-lidstaten die door het stijgende zeepeil, een gevolg van de klimaatverandering, in de nabije toekomst dreigen te verdwijnen. Daarom vraagt president Tong in een brief aan de 193 VN-lidstaten om zijn oproep te ondersteunen.

"De bouw van nieuwe kolenmijnen ondermijnt de doelstellingen van de klimaattop in Parijs. Als we een moratorium kunnen instellen voor deze industrie, zou dat een keerpunt zijn", schrijft Tong in de brief. De leider zal ook de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties toespreken op 30 september.

Aandeel

Zijn oproep wordt gesteund door Greenpeace, dat al jarenlang waarschuwt voor de vervuilende kolenmijnindustrie. De grootste producenten van steenkool zijn onder meer China, de Verenigde Staten, India, Australië en Zuid-Afrika. "Een derde van alle wereldwijde CO2-uitstoot komt van de verbranding van bruin- en steenkool. Bovendien zijn 40 procent van alle elektriciteitsproducenten afhankelijk van deze grondstof", zegt Greenpeace-analiste Leanne Minshull.

Maar daar stopt de vervuiling niet volgens de expert. "Bij het ontginnen van bruin- en steenkool verdwijnen bossen en lekken er giftige stoffen en zware metalen in het grondwater. Deze effecten blijven ook jaren na het verdwijnen van steenkool aanwezig. De industrie is schadelijk voor de gezondheid van mens en dier."

Verzet

De 103.000 inwoners van Kiribati zullen zich niet het zwijgen laten opleggen door bedrijven en overheden die belangen hebben in de steenkoolindustrie en zo de effecten van de klimaatverandering verergeren, zegt Greenpeace-directeur Dr. Kumi Naidoo, die momenteel op bezoek is in Kiribati.

"Ik steun de oproep van president Tong aan andere eilandstaten om samen te werken en gerechtigheid te eisen. Ik zie hier met eigen ogen de effecten van de klimaatverandering en het zeepeil stijgt inderdaad. We praten hier niet over wetenschappelijke modellen; het is echt, het gebeurt nu en het zal alleen maar verergeren", waarschuwt hij.

Volgens Greenpeace heeft de fossiele brandstofindustrie ook een grote invloed op het debat over de klimaatverandering. "Deze sector verspreidt in de Verenigde Staten al jarenlang misleidende informatie over de effecten van de klimaatverandering. Ze gebruiken achterbakse methodes om de wetgeving naar hun hand te zetten", zegt analiste Minshull.

Greenpeace bracht hierover vorig jaar een uitgebreid rapport dat er kwam op basis van interne bedrijfsdocumenten die openbaar werden gemaakt via klokkenluiders, door rechtszaken of WOB-verzoeken (wet op openbaarheid van bestuur, nvdr).

Daarom roept Naidoo de internationale gemeenschap nogmaals op om samen te werken. "We weten dat het tijdperk van steenkool op zijn einde loopt. Producenten en landen die deze vervuilende grondstof blijven ontginnen, worden enkel gedreven door onkunde of een enorme onverschilligheid voor de mensen die slachtoffer worden van de klimaatverandering. De internationale gemeenschap moet de overgang van steenkool naar duurzame bronnen begeleiden in samenspraak met de getroffen gemeenschappen", besluit hij.