Iran erkent voor het eerst “meer dan 300 doden” bij protesten

Mensenrechtenorganisaties gaan uit van minstens 448 mensen die gedood zijn door veiligheidstroepen in de grootschalige protesten die sinds 16 september over heel Iran plaatsvinden, onder wie 60 minderjarigen.

Dat zijn de sterfgevallen die bevestigd zijn door overlijdensakten of verklaringen van medisch personeel, of bevestiging door twee onafhankelijke bronnen. Het werkelijke cijfer ligt waarschijnlijk een pak hoger. Volgens dezelfde bron zijn er intussen al meer dan 18.000 demonstranten opgepakt.

“Martelaren en gewone Iraniërs”

Amir Ali Hajizadeh, commandant van de luchtmacht van de Revolutionaire Garde, zei maandag op een persconferentie uitgezonden door het aan het eliteleger gelinkte Mehr News Agency, dat meer dan 300 mensen zijn gedood bij de protesten, onder wie ook “martelaren”.

Daarmee suggereert hij dat er ook Iraanse strijdkrachten onder dat cijfer vallen. Hjizadeh gaf ook aan dat sommige van de 300 doden gewone Iraniërs waren, die niet betrokken waren bij de protesten. Hij zei niet niet waarop hij zich baseerde voor dat cijfer.

De grootschalige protesten begonnen na de dood van Mahsa Ahmini, die volgens ooggetuigen na haar arrestatie door de Iraanse zedenpolitie zou zijn mishandeld, waarna ze overleed. Waar de demonstraties zich aanvankelijk richten tegen de verplichte hoofddoek, wordt er nu steeds meer geprotesteerd tegen de overheidsrepressie, de slechte economische situatie en zelfs het regime in het algemeen.

De Iraanse autoriteiten proberen de protesten neer te slaan door grootschalige inzet van de veiligheidsdiensten en geweld tegen demonstranten. Gearresteerde demonstranten riskeren sinds kort ook de doodstraf. De EU heeft Iran sancties opgelegd voor de respons op de protesten, en ook de VN veroordelen de Iraanse acties.