Mensenrechtenschendingen in noorden van Mali

De Internationale Federatie voor de Mensenrechten (FIDH) telde al elf executies en onderzoekt nog tientallen andere gevallen. De terechtstellingen vonden plaats in de garnizoensstad Sevare op 9 en 10 januari. De slachtoffers werden ervan verdacht leden te zijn van gewapende groepen.

Ook in de stad Niono, in het centrum van het land, werden minsten twee Toearegmannen terechtgesteld, zeggen de FIDH en Human Rights Watch (HRW). Volgens ooggetuigen droegen de executeurs Malinese legeruniformen en reden ze met voertuigen van het leger. "Dit lijkt op een doelmatige terechtstelling door de veiligheidstroepen", zegt Tirana Hassan van HRW.

Volgens Hassan vrezen Toearegs en Arabische inwoners voor een collectieve afstraffing, omdat ze ervan verdacht worden de gewapende groepen gesteund te hebben. Hassan vreest dat de afrekeningen tot een langdurig etnisch conflict kunnen leiden.

Spionnen

De Toearegs worden er door de overheid van verdacht spionnen te zijn voor het Bevrijdingsleger van Azawad (MNLA). De regering roept de bevolking daarom op om "verdachte" individuen te rapporteren via een speciaal telefoonnummer.

Hoewel er volgens de FIDH mogelijk gevallen zijn van echte infiltratie, eist de organisatie dat de mensenrechten gerespecteerd worden bij de behandeling van verdachten.

Kolonel Diaran Kone, hoofd van de persdienst van het Malinese leger, weigert in te gaan op de zaak. "Vraag me niets over de doden, ik zit meer in met de levenden", zei hij in een interview met de Arabische nieuwszender Al Jazeera. Ook de Franse strijdkrachten waren niet bereikbaar voor commentaar.

Onduidelijk

Het gebrek aan duidelijkheid in het conflict is een van de grootste problemen. "De soldaten weten niet wie nu wie is", zegt Mohammad Agata, een ambachtsman die gevlucht is voor het geweld. Hij zegt dat de bevolking bang is voor de overheid, omdat die al eerder veiligheidsoperaties uitvoerde in de streek.

Agata ontvluchtte ook het strenge regime van de gewapende groepen. Muziek is verboden, en zijn broer kreeg zweepslagen toen hij betrapt werd op roken. Maar ook in het zuiden wordt hij als Toeareg gewantrouwd. Hij is te bang om zijn traditionele kledij buitenshuis te dragen, maar kan zijn lichtere huid moeilijk verbergen.

Volgens de FIDH zijn in de hoofdstad Bamako tientallen Toearegs geïntimideerd in de week van 14 januari. Hun huizen werden geplunderd door veiligheidsdiensten.