Ontwikkelingslanden noemen akkoord in Glasgow “onevenwichtig”

In Glasgow wordt alles op alles gezet om over enkele uren een akkoord te bereiken. Maar op de plenaire vergadering blijkt dat de neuzen nog lang niet in dezelfde richting staan. Delegaties van ontwikkelingslanden spreken zich in opvallend harde bewoordingen uit, en oogsten daarbij applaus uit de vergadering.

Leven en dood

Vertegenwoordigers van onder meer Kenia, Bhutan, Costa Rica, Marshalleilanden en India zeggen teleurgesteld te zijn met de huidige staat van de onderhandelingen, amper enkele uren voor het officiële einde van de top.

De kritiek draait vooral rond klimaatfinanciering: hulp van rijke aan arme landen om hun uitstoot te verlagen en om te gaan met de impact van de klimaatcrisis die al onvermijdelijk geworden is.

“Vergeet niet: een gemiddelde opwarming van 1,5 graden betekent voor Kenia 3 graden”, zei de Keniaanse afgevaardigde. “Voor ons is dit geen statistiek. Het gaat over leven en dood.”

Meerdere delegaties benadrukken ook dat twee kernthema’s sinds het begin van de top in de verdrukking zijn geraakt: het belang van natuurlijke oplossingen om de impact van de klimaatcrisis te temperen, en de rechten van inheemse volken.

“Wat zijn we hier aan het doen?” vraagt de afgevaardigde van Bangladesh zich af. “Praten we over een akkoord, of onderhandelen we hier over iets waar helemaal niet over te onderhandelen valt: onze toekomst, ons bestaan.”