Amnesty: Burundese politie gebruikte buitensporig geweld tegen betogers

Bij de protesten waren eind juni al minstens 58 mensen omgekomen, onder wie twee politieagenten en twee militairen. Politiemensen schoten onder meer op ongewapende demonstranten die van hen wegliepen. Zelfs wanneer er kinderen aanwezig waren bij de protesten, gebruikten de veiligheidsdiensten traangas en schoten met scherp.

Opstand

De Burundese overheid reageerde op de demonstraties als op een opstand, zegt Amnesty, en schilderde ze ook zo af in de media. Die strategie was contraproductief en deed de situatie escaleren. Bovendien probeerde de regering niet gewoon de demonstraties te ontbinden, maar de demonstranten zelf te straffen voor hun politieke voorkeur.

Tegelijk werden de media in het land gemuilkorfd. Vanaf de eerste dag van de protesten werd radiostations buiten de hoofdstad het zwijgen opgelegd. Op 13 mei, na een poging tot militaire coup, werden onafhankelijke media aangevallen. Tot vandaag kunnen ze niet opnieuw uitzenden.

Onderzoek

"Het is een tragedie dat de demonstranten kogels moesten trotseren om hun stem te laten horen", zegt Sarah Jackson, directeur voor Amnesty International in Oost-Afrika. "Ondanks tientallen doden en onrecht door de politie is er nog geen onderzoek door de Burundese overheid. Er moet een snel, diepgaand en transparant onderzoek komen naar het buitensporige gebruik van dodelijk geweld tegen vreedzame demonstranten. De verantwoordelijken moeten berecht worden. Dit is erg belangrijk om het vertrouwen in de veiligheidsdiensten te herstellen en te voorkomen dat mensen meer gewelddadige manieren zoeken om hun politieke grieven te uiten."

De demonstraties verliepen grotendeels vreedzaam, maar sommige individuen reageerden met geweld op het buitensporig politiegeweld. Het Amnesty-rapport documenteert hoe sommige demonstranten stenen gooiden naar de politie, een politieagente afranselden, gebouwen beschadigden en een lid van jeugdgroepering Imbonerakure doodden.

Het onderzoek van Amnesty, dat uitgevoerd werd in mei en juni 2015 in Bujumbura, toont ook aan dat er binnen de politiediensten onenigheid bestond over de aanpak van de demonstraties. Sommige agenten waren het niet eens met de gewelddadige aanpak en hebben getracht het geweld te stoppen.