Nigeriaanse landbouw biedt kansen voor jongeren

Toen Afere zijn ouders vertelde dat hij boer wilde worden in plaats van een baan te zoeken in de lucratieve olie- en gassector in Nigeria, wisten ze zeker dat hij behekst was.

“Ze hadden gespaard om me naar de topuniversiteit in Nigeria te laten gaan, met de bedoeling dat ik iets in olie of gas zou gaan doen. Ze snapten mijn carrièrekeuze niet. Ze waren ervan overtuigd dat ik behekst was”, zegt de 35-jarige Afere, die werkloze jongeren bij elkaar brengt om te werken in de landbouw.

Gezien het diepgewortelde bijgeloof in Afrika op het gebied van hekserij, was het idee dat hij behekst was een geloofwaardige verklaring voor zijn ouders. Zijn ouders hadden van een medicijnman gehoord dat hij rijk zou worden, en konden zich niet voorstellen dat dat ooit zou gebeuren in de landbouw.

Rijst

Nigeria, een netto voedselimporteur, heeft moeite om voldoende voedsel en werk te verschaffen voor de groeiende (jonge) bevolking. Jaarlijks gaat er 22 miljard dollar naar voedselimport. Dat is bijna 60 procent van de 35 miljard aan voedsel die Afrika jaarlijks importeert, volgens de Afrikaanse Ontwikkelingsbank.

Het land is de grootste producent en consument van rijst in Afrika. Maar ook een van de grootste importeurs ervan: jaarlijks wordt 2 miljoen ton elders ingekocht om tegemoet te komen aan de consumptie van 5 miljoen ton.

Het West-Afrikaanse land heeft meer dan 80 miljoen hectare vruchtbare bodem waar vrijwel elk gewas kan groeien. Afere ziet een oplossing: maak het aantrekkelijk voor jongeren om boer te worden en een winstgevende landbouwsector op te zetten.

Criminelen

“In een artikel las ik dat in Nigeria elk jaar een miljoen jongeren van de middelbare school afkomen die niet naar de universiteit kunnen”, zegt Afere. “Deze groep raakt gefrustreerd en in 2030 hebben we waarschijnlijk miljoenen zeer vaardige criminelen die het hele land kunnen ontwrichten.

Toen ik me dat realiseerde, besloot ik Springboard op te richten, een sociale onderneming voor biologische landbouw die werkt via een socialemedianetwerk van boeren. Springboard richt zich ook op het creëren van banen voor vrouwen en jongeren in Nigeria.”

Het netwerk telt inmiddels drieduizend leden die onder meer bananen, bonen, rijst, groenten, pepers, cacao, mais en ananas verbouwen. De ‘agripreneurs’ geven toegevoegde waarde aan hun producten door de nadruk te leggen op gezond voedsel.

Werkloosheid

Springboard gebruikt sociale media om bewustzijn te creëren over kansen in de landbouw. De Facebookpagina, die gebruikt wordt om markten te creëren en producten te verkopen, telt vijfduizend volgers. Zo worden boeren en consumenten bij elkaar gebracht. “We gebruiken sociale media ook om onze boeren te adviseren en onze diensten uit te breiden, vooral voor jonge boeren.”

Veel jongeren in het land vertrekken van het platteland naar de stad op zoek naar werk, en Springboard wil proberen die uittocht te stoppen, zegt Afere. “We weten dat jongeren graag succesvol en rijk willen zijn. Wij willen hen helpen kansen te vinden in de landbouw, in de regio waar ze wonen.”
Via de sociale onderneming werken jongeren en vrouwen in de keten van productie, verwerking, toegevoegde waarde, opslag, distributie en marketing. Ze krijgen trainingen en materiaal om hun eigen onderneming te beginnen.

Ondervoeding

“Kleine boeren maken vaak de keuze om hun productie niet zelf te consumeren, maar het te verkopen om schoolgeld en andere zaken te kunnen betalen. Ze krijgen daardoor zelf vaak te weinig gezonde voeding binnen. Ons programma richt zich ook op het tegengaan van ondervoeding”, zegt Afere.
“Als we het boerenbedrijf presenteren als een economische kans voor jongeren, vertellen we ze ook dat boeren een proces is en dat succes pas komt na hard werken”, zegt hij. “Ik vertel jongeren te beginnen met wat ze hebben en zo langzaamaan in de business te groeien. Geleidelijk werk je je dan in beeld bij klanten, investeerders en donoren.”

De digitalisering van de landbouw biedt jongeren de kans om nieuwe businessmodellen te proberen die de modernisering in de sector versnellen, zegt Michael Hailu, directeur van het Technical Centre for Agricultural and Rural Cooperation (CTA). “Voor een dergelijke transformatie hebben we jongeren in de landbouw nodig. Zij staan open voor innovatie, willen dingen anders doen en omarmen de nieuwe ontwikkelingen binnen en buiten de agribusiness.”