Amnesty en HRW: “Etnische zuivering en en oorlogsmisdaden in Tigray”

Volgens het rapport sloten milities uit de naburige deelstaat Amhara zich in de eerste weken van de oorlog aan bij de Ethiopische strijdkrachten om het westen van Tigray in te nemen. Sinds het ontstaan van de Ethiopische deelstaten Amhara en Tigray begin jaren 1990 worden de grenzen tussen beide sterk betwist. De Amhara zijn ook de etnische meerderheid in Ethiopië.

Volgens de mensenrechtenorganisaties gebruikten paramilitaire troepen uit Amhara willekeurige aanslagen, extreem geweld en executies om etnische Tigreërs te dwingen om te vertrekken.

De onderzoekers interviewden meer dan vierhonderd Tigrese vluchtelingen in Soedan of in vluchtelingenkampen in Tigray. Die getuigenissen toetsten ze aan foto- en videomateriaal en satellietbeelden.

Brochures met ultimatums

“Sinds november 2020 zijn ambtenaren en de veiligheidsdiensten van Amhara betrokken bij een harde campagne van etnische zuivering om Tigreërs uit het westen van Tigray uit hun huizen te verjagen”, zegt Kenneth Roth van Human Rights Watch. “De Ethiopische autoriteiten ontkennen de enorme omvang van deze misdrijven en zijn er niet in geslaagd deze aan te pakken.”

In verschillende steden in het westen van Tigray werden volgens het rapport borden neergezet met de boodschap dat Tigreërs het gebied moesten verlaten. In openbare vergaderingen bespraken lokale ambtenaren hun plannen om Tigreërs te verwijderen. Getuigen vertellen hoe ze met de dood werden bedreigd indien ze niet wilden vertrekken. Er verschenen brochures met ultimatums voor Tigreërs: binnen 24 of 72 uur moesten ze vertrekken anders zouden ze worden gedood. Er zijn meldingen van seksueel geweld en buitengerechtelijke executies om etnische Tigreërs te dwingen om het gebied te verlaten.

Veiligheidsdiensten en milities uit Amhara dreven volgens de onderzoekers ook duizenden Tigreërs bijeen die vervolgens lang werden vastgezet en mishandeld in overvolle detentiecentra. Duizenden van hen zouden nog steeds vastzitten in levensbedreigende omstandigheden.

Het rapport spreekt van een gecoördineerde campagne die maanden geduurd heeft. In maart 2021 zouden er al tienduizenden Tigreërs gevlucht zijn naar buurland Soedan of vluchtelingenkampen binnen Ethiopië. Afgelopen november begon het geweld en de gedwongen uitzettingen opnieuw op te laaien. Volgens Amnesty en HRW voldoen deze praktijken aan de criteria van oorlogsmisdaden en misdaden tegen de mensheid.

Burgeroorlog

De Ethiopische premier Abiy Ahmed, Nobelprijswinnaar voor de Vrede in 2019, startte in 2020 een offensief tegen opstandelingen in de deelstaat Tigray. De bedoeling was om de opstand “kort maar krachtig” neer te slaan. Meer dan anderhalf jaar later is het conflict, dat gekenmerkt wordt door uithongeringstactieken en geweld tegen burgers, nog steeds niet opgelost.

De organisaties roepen internationale overheden om druk uit te oefenen op Addis Ababa om de mensenrechten te respecteren, en de Ethiopische regeringstroepen om de milities onder hun bevel in het gareel te houden.

“De reactie van de internationale en regionale partners van Ethiopië weerspiegelt de ernst van de misdrijven die worden begaan in het westen van Tigray niet”, zegt Agnès Callamard, secretaris-generaal van Amnesty International. “Belanghebbende regeringen moeten helpen een einde te maken aan de etnische zuivering, ervoor zorgen dat Tigreërs veilig en vrijwillig naar huis kunnen terugkeren, en stappen ondernemen om gerechtigheid te krijgen voor deze gruwelijke daden.”