Trinidad verlengt noodtoestand met drie maanden

"We zijn ervan overtuigd dat deze noodtoestand niet nodig is. Het is een reactie op de sensibiliseringscampagne die we zijn gestart", verklaart Ancel Roget, voorzitter van de machtige vakbond die arbeiders uit de olievelden verenigt. Samen met achttien andere vakbonden plant hij een nationale staking. Ze beschuldigen de regering ervan dat ze niet wil weten van meer dan 5 procent opslag bij de loonsonderhandelingen voor ambtenaren.

De Nationale Arbeidersunie (NWU) verklaarde dat de regering de noodtoestand gebruikt als voorwendsel voor een "aanval op de vrijheid van bijeenkomst, vereniging en meningsuiting". De regering ziet in de noodtoestand een manier om "twee vliegen in één klap te slaan", vindt ook Roget.

Drugshandel

De regering van haar kant benadrukte dat de noodtoestand bedoeld is om bloedvergieten te vermijden. Minister van Nationale Veiligheid John Sandy vroeg zich in het parlement af wat er gebeurd zou zijn als de noodtoestand niet was ingevoerd. "De tragische gebeurtenissen in Trinidad van 1990 zouden hierbij verbleken." In 1990 probeerden leden van een radicale moslimgroep een staatsgreep te plegen. Ze doodden minstens 24 mensen bij een aanval op het politiekantoor en het parlement.

Volgens de regering hebben recente successen van de veiligheidsdiensten tegen drugshandelaars, zoals een miljoenenvangst op de luchthaven vorige maand, het eiland kwetsbaar gemaakt voor wraakacties die geleid zouden hebben tot "zinloos geweld en bloedvergieten". Om de noodtoestand te rechtvaardigen verwijzen functionarissen naar het feit dat vorige maand elf personen werden vermoord in een periode van 48 uur.

Internationaal imago

De moorden zijn het bewijs dat de openbare veiligheid in het gedrang kwam, aldus premier Persad Bissessar. Voor het parlement beloofde hij dat de "oorlog tegen de misdaad" voortduurt. Volgens Bissessar werden 33 geweren en 1700 kogels in beslag genomen sinds 21 augustus. Ook de bewering dat de noodtoestand het internationale imago van het land schaadt, wijst minister van Buitenlandse Zaken Suruj Rambachan van de hand. "De diplomatieke gemeenschap steunt de regering volledig."

Niet iedereen is het met de uitleg van de regering eens. De belangrijkste oppositiepartij People's National Movement (PNM) wil van de autoriteiten weten welke "crisis" ze nu hebben afgewend. De noodtoestand werd ingeroepen toen politiecommissaris Dwayne Gibbs en zijn adjunct in het buitenland verbleven, meent oppositieleider Keith Rowley. "Als de toestand zo ernstig was dat onze rechten en vrijheden moeten wijken, waarom mocht hij dan het land verlaten?"

Raciale onderstroom

De ngo Women's Institute for Alternative Development (WIAND) steunt de inspanning van de regering om de criminaliteit aan banden te leggen, maar de noodtoestand "kan mogelijk een kader scheppen voor schendingen van de mensenrechten".

Het hoofd van de Emancipation Support Committee (ESC), Kafra Kambon, zei op een persconferentie dat de regering zich hier op een "hellend vlak" begeeft en dat "Afrikaanse gemeenschappen geviseerd worden". Volgens de oppositie zijn de politieraids gericht tegen personen met een zwarte huidskleur die "als vee" worden weggevoerd. De nakomelingen van Afrikaanse slaven en Indiase contractarbeiders maken in Trinidad bijna 90 procent van de bevolking uit.

De regering vindt deze beschuldigingen onfair, maar columnist Raffique Shah waarschuwt toch dat de raciale onderstroom explosief zal blijken als de situatie niet onmiddellijk wordt ontmijnd.