Hulp voor 1,7 miljoen Zuid-Soedanezen geschrapt nu nood het hoogst is

De VN-organisatie zou dit jaar voedselhulp bieden aan 6,2 miljoen mensen. “Maar door de toenemende humanitaire nood en een gebrek aan financiering hebben we de pijnlijke stap gezet om hulp aan een derde van hen voorlopig te schrappen”, zegt Adeyinka Badejo-Sanogo, landendirecteur van het Wereldvoedselprogramma (WFP) in Zuid-Soedan.

Het WFP moet de maatregel doorvoeren op een moment dat het land “een jaar van ongekende honger tegemoet gaat”. Meer dan 60 procent van de bevolking worstelt met ernstige voedselonzekerheid, aangewakkerd door aanhoudende conflicten, overstromingen en droogte. De stijgende voedselprijzen, verergerd door de oorlog in Oekraïne, maken de crisis compleet.

Het gevaarlijke magere seizoen

Door de precaire situatie zegt het WFP dat het 4,5 miljoen van de meest kwetsbare mensen prioriteit moet geven, om te voorkomen dat ze van de honger omkomen tijdens het zogeheten magere seizoen. Dat is de periode tussen twee oogsten dat plaatsvindt tussen mei en augustus.

Zo’n 87.000 onder hen leven nu al in omstandigheden van hongersnood. Volgens de laatste beoordelingsronde schat het WFP dat 1,4 miljoen kinderen in Zuid-Soedan “acuut ondervoed” zullen zijn op het gevaarlijkste punt van het magere seizoen, tussen juni en augustus.

Het is niet de eerste keer dat de hulporganisatie moet snoeien in de hulp aan Zuid-Soedan. Afgelopen september werden voedselrantsoenen al gehalveerd.

“De humanitaire noden zijn veel groter dan de financiering die we dit jaar hebben ontvangen. Als dit zo doorgaat, zullen we in de toekomst te maken krijgen met ernstiger en duurdere problemen, waaronder verhoogde sterfte, ondervoeding, groeiachterstand en ziekte”, aldus Badejo.