SDG7: betaalbare en duurzame energie

De letterlijke tekst van SDG7, een van de zeventien Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen van de VN, luidt: “Verzeker toegang tot betaalbare, betrouwbare, duurzame en moderne energie voor iedereen.”

Om die zesde doelstelling concreter te maken formuleerden de VN vijf subdoelstellingen, elk met eigen indicatoren. Het is de SDG met de kortste tekst.

Meer hernieuwbare energie

Tegen 2030 moet iedereen toegang hebben tot betaalbare, betrouwbare en moderne energiediensten. De snelheid van de verbetering in energie-efficiëntie moet verdubbelen.

Via meer internationale samenwerking moeten onderzoek en technologie inzake schone energie toegankelijker worden. In alle ontwikkelingslanden moet de infrastructuur worden uitgebreid en de technologie worden gemoderniseerd.

Indrukwekkende vooruitgang

Hoe staat het met SDG7 met nog tien jaar te gaan tot de deadline van 2030? Lang niet slecht, zeggen ze de VN in hun SDG-voortgangsrapport van 2019.

Het rapport ziet “bemoedigende signalen dat energie duurzamer en breder beschikbaar wordt. De toegang tot elektriciteit in armere landen is beginnen te versnellen, de energie-efficiëntie blijft verbeteren en hernieuwbare energie boekt indrukwekkende vooruitgang in de elektriciteitssector.”

Het aandeel van de wereldbevolking dat toegang heeft tot elektriciteit steeg tussen 2010 en 2017 van 83 naar 89 procent, met een versnelling in de afgelopen twee jaar. 840 miljoen mensen moeten het wel nog altijd zonder deze vitale dienst stellen, vooral in Afrika ten zuiden van de Sahara, waar niet eens dan de helft van de bevolking elektriciteit heeft.

Onveilig koken

Er is nog een zware inspanning nodig in de keuken. De toegang tot schone en veilige brandstoffen en technologieën om te koken is sinds 2010 met amper een half procentpunt gestegen tot 61 procent van de wereldbevolking. Veel te langzaam, zeggen de VN.

Nog steeds werken bijna 3 miljard mensen met inefficiënte en zeer vervuilende kooksystemen. Dat veroorzaakt bijna 4 miljoen voortijdige sterfgevallen per jaar.

Meer hernieuwbare energie

Het aandeel van hernieuwbare energie in het totale energieverbruik steeg van 16,6 procent in 2010 naar 17,5 procent in 2016. Het aandeel van moderne hernieuwbare energie (zonder het inefficiënte gebruik van vaste biomassa, zoals het verbranden van hout, houtskool of andere organische materie) nam sneller toe, van 8,6 procent in 2010 tot 10,2 procent in 2016.

De groei in hernieuwbare energie situeert zich vooral in de elektriciteitssector, waar wind- en zonne-energie snel uitbreiden.

Maar elektriciteit is slechts goed voor 20 procent van het uiteindelijke energieverbruik. In verwarming en transport, die goed zijn voor de resterende 80 procent, stijgt het aandeel van moderne hernieuwbare energiebronnen slechts met respectievelijk 9 procent en 3,3 procent. Te weinig om de ambitieuze SDG-doelstelling te halen, besluiten de VN.

De energie-efficiëntie nam van 2010 tot 2016 steeds sneller toe. De primaire energie-intensiteit (de totale energievoorziening per eenheid bbp) steeg in die periode gemiddeld met 2,3 procent, veel beter dan de 1,3 procent van de periode 1990-2010. Maar om de doelstelling te halen moeten we minimaal 2,7 procent halen. Bovendien geven de schattingen voor 2017 en 2018 opnieuw een vertraging in de verbetering aan.