Kledingbedrijven tekenen tegen kinderarbeid in Oezbekistan

Adidas, Burberry, H&M, Levi-Strauss & Co., Walt Disney en tientallen andere bedrijven zeggen dat ze hun belofte zullen houden tot de Internationale Arbeidsorganisatie (ILO) geverifieerd heeft dat er geen  kinderen meer worden ingezet bij de katoenoogst in Oezbekistan.

Steve Swerdlow, onderzoeker van mensenrechtenorganisatie Human Rights Watch (HRW), zegt op basis van schattingen van activisten dat er jaarlijks 1,5 tot 2 miljoen kinderen gemobiliseerd worden tijdens de katoenoogst in Oezbekistan.

De oogst vindt plaats in de herfst, als in de meeste landen in de wereld de kinderen weer naar school gaan. In Oezbekistan moeten ze echter onder zware omstandigheden nog gedurende twee maanden katoen plukken.

Deze week zouden kinderen uit de zuidelijke provincie Surkhandarya naar de katoenvelden zijn gestuurd. Het gaat om kinderen tussen veertien en zestien jaar oud, soms jonger.

ILO-conventies

De bedrijven die meedoen, bezitten gezamenlijk een groot marktaandeel en geven daarmee een belangrijk signaal aan de regering van Oezbekistan, zegt Patricia Jurewicz, directeur van het Responsible Sourcing Network (RSN) dat de actie van de bedrijven coördineerde.

"Deze belofte is een eerste stap. De tweede stap is niet alleen in gesprek te gaan met de bedrijven die de kleding maken, maar ook met de spinners die het garen en het textiel maken, en de internationale katoenhandelaren die katoen verkopen aan de fabrieken."

De regering van Oezbekistan ratificeerde in 2008 twee conventies van de ILO over kinderarbeid, maar volgens HRW heeft dat niet geleid tot verbetering van de situatie.

Waarnemers van de ILO mogen het land niet in om te controleren of de bepalingen over kinderarbeid geschonden worden. Ook mensenrechtenexperts van de Verenigde Naties worden geweigerd.