Ethiopische premier wil compromis maar mist steun in Afrika (*)

“Omdat we meer te verliezen hebben, moeten we bereid zijn tot een compromis en moeten we ons flexibel opstellen ten aanzien van andere landen”, zei Zenawi vandaag aan de pers. Volgens de Ethiopische premier zullen de zwaarste klappen in Afrika vallen als er geen klimaatakkoord komt in Kopenhagen.
Hij voegde er meteen aan toe dat de Afrikaanse bocht geen wanhoopspoging inhoudt. “We zullen geen lege woorden aanvaarden.”
Miljoenen Afrikanen hebben hun hoop gesteld in de Ethiopische premier. Hij voert de Afrikaanse delegatie aan tijdens de conferentie van staatshoofden die de klimaattop afsluit.

Opstartfonds

De Afrikaanse leiders waren vooraf overeengekomen om de rijke landen, die voor de CO2-uitstoot verantwoordelijk zijn, 67 miljard dollar per jaar te vragen om de gevolgen van de klimaatwijziging aan te kunnen. Zenawi trok die eis ondertussen in en aanvaardde het voorstel van de rijke landen voor een opstartfonds voor Afrika van 10 miljard dollar per jaar gedurende eerstvolgende drie jaar.
Afrikaanse civiele organisaties hebben al Zenawi’s ontslag gevraagd als leider van de Afrikaanse delegatie. “Zijn verklaring ondermijnt de harde opstelling van de Afrikaanse onderhandelaars en ministers in Kopenhagen en bedreigt de toekomst van Afrika”, zegt Mithika Mwenda van Pan-African Climate Justice. Hij noemt 10 miljard dollar per jaar – 4 dollar per Afrikaan per jaar – een belediging.
Zenawi stelt voor het opstartfonds onder meer van middelen te voorzien via een heffing op internationale financiële transacties en op zee- en luchttransport. Het fonds moet opgetrokken worden naar 50 miljard dollar per jaar tegen 2013 en naar 100 miljard dollar per jaar tegen 2020, een voorstel dat aansluit bij wat de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Hillary Clinton vandaag suggereerde op een persconferentie.
(*) Dit artikel maakt deel uit van een reeks bijdragen van IPS naar aanleiding van de klimaatconferentie in Kopenhagen. 'Planeet Kopenhagen' startte op 23 november en loopt tot het einde van de conferentie op 18 december.