2006 recordjaar voor windenergie

De cijfers komen van het Global Wind Energy Council (GWEC), dat gegevens rond windenergie verzamelt in meer dan 70 landen. In 2005 ontwikkelden alle windturbines op deze planeet samen een vermogen van 59.091 Megawatt, verleden jaar steeg dat tot 74.223 Megawatt. Een windturbine van één Megawatt kan 300 Noord-Amerikaanse gezinnen van stroom voorzien.
Duitsland is wereldleider op het vlak van windenergie, met een totaal geïnstalleerd vermogen van 20.621 Megawatt. Windenergie heeft er een aandeel van 5,7 procent in de totale stroomproductie. Spanje en de Verenigde Staten volgen op de tweede en derde plaats, met elk ongeveer 11.603 Megawatt.

Grootste groei in V.S.

De grootste groei noteerde de GWEC in 2006 in de Verenigde Staten, waar voor 2454 Megawatt aan nieuwe windturbines werd geïnstalleerd. "De sterke cijfers in de Verenigde Staten tonen aan dat windenergie een aanvaardbare optie geworden is om elektriciteit te genereren", zegt Randy Swisher, de voorzitter van de American Wind Energy Association.
In Europa maken sommige achterblijvers hun achterstand goed. In 2006 kwamen er voor een totaal vermogen van 3.755 Megawatt aan windcentrales bij als je Duitsland, Spanje en Denemarken niet meerekent. In 2002 was dat amper 680 Megawatt. Dertien landen hebben nu windturbines met een gezamenlijk vermogen van meer dan 1000 Megawatt.
Daarnaast hebben ook Canada en China fors geïnvesteerd in windenergie. Canada verdubbelde zijn vermogen tot 1459 Megawatt in 2006. China, dat meer hernieuwbare energie probeert te produceren, noteerde een groei van 70 procent en doet nu een totaal vermogen van 2.604 Megawatt noteren. Daarmee is het de zesde producent ter wereld. Dit jaar komt er nog eens 1500 Megawatt bij in China.
In Afrika en het Midden-Oosten bouwden Egypte, Marokko en Iran de meeste windturbines. Er kwam voor 172 Megawatt aan vermogen bij.