Kinderen met autisme worden ook thuis gepest

Twee derde van de elfjarigen met autisme meldt betrokken te zijn geweest bij pestincidenten met broer of zus, vooral als slachtoffer. Bij kinderen zonder autisme gaat het om de helft van de groep.

Op veertienjarige leeftijd is het aantal incidenten gedaald, maar kinderen met autisme melden ook dan nog altijd aanzienlijk meer gevallen dan kinderen zonder autisme.

Geen onderbreking

De vaststelling is belangrijk. Het betekent dat kinderen met autisme bij hun terugkeer van school geen onderbreking kennen als slachtoffer van pesten, zegt hoofdauteur Umar Toseeb van de onderwijsfaculteit van de Universiteit van York.

“Kinderen met autisme hebben problemen met sociale interactie en communicatie, wat implicaties kan hebben voor hun relaties met broers en zussen.”

Broers en zussen concurreren om de aandacht van de ouders. Als kinderen met autisme voorrang krijgen, kan tot conflicten en pesten leiden tussen broers en zussen.

Meer hulp voor ouders

De onderzoekers vragen meer middelen om ouders te helpen bij het identificeren en aanpakken van pestgedrag thuis.

“Ouders moeten zich bewust zijn van de mogelijke langetermijngevolgen van het pesten onder broers en zussen op de geestelijke gezondheid en het welzijn van kinderen”, zegt Toseeb. “Aanhoudende conflicten tussen broers en zussen kunnen wijzen op pestgedrag en dit moet niet worden beschouwd als een normaal onderdeel van het opgroeien.”

Het onderzoek gebruikte gegevens van The Millennium Cohort Study, die een groot aantal kinderen die in het begin van het millennium geboren zijn gedurende meerdere jaren volgt. De steekproef telde 8000 kinderen, daarvan hadden er 231 autisme.