Drie dagen na de dood van Al Qaeda-leider Osama bin Laden, staatsvijand nummer 1 van de Verenigde Staten, zijn er nog geen demonstraties of andere tekenen van woede of rouw geweest in Pakistan, het land waar Bin Laden ooit enorme steun genoot.
Osama bin Laden mag dan dood zijn, de manier waarop dat gebeurde, de geheimhouding van de missie en de haast waarmee zijn lichaam een zeemansgraf kreeg, doen de geruchtenmolen in Pakistan op volle toeren draaien.
De dood van Osama bin Laden is een harde klap voor de Pakistaanse taliban en anti-Amerikaanse groepen in de regio. De morele autoriteit van Bin Laden hield de verdeelde fracties bijeen, maar die lijm valt nu weg.
Een van de dwingende vragen naar aanleiding de dood van Bin Laden is wat die betekent voor de zo al gespannen relatie tussen de Verenigde Staten en Pakistan.
Vrouwen in Bangladesh dringen er bij de overheid op aan om het recent goedgekeurde Nationale Vrouwen Ontwikkelingsbeleid (NWDP) te implementeren, ondanks hevige weerstand van islamitische geestelijken.
Twee Indiase deelstaten waar in de voorbije decennia duchtig werd gesproeid met het giftige pesticide endosulfan, pleiten voor een nationaal verbod. Intussen blijven de duizenden slachtoffers van de chemische verdelger in de kou staan.
India is 's werelds grootste producent van de endosulfan, een dodelijk pesticide. Tegelijk is het Aziatische land het grootste slachtoffer van deze toxische stof. Toch verzet het zich tegen een wereldwijd verbod op endosulfan.
De regering van Bhutan heeft afgelopen week opnieuw de deur dichtgegooid voor de tienduizenden Bhutaanse vluchtelingen die soms al decennia in vluchtelingenkampen in Nepal zitten.
