Regering Malawi wil geen vrouwelijke president

De campagne tegen Banda, die lid is van de DPP, heeft een cultuur van angst gecreëerd. Dat blijkt uit het feit dat veel vrouwelijke politici zich niet publiekelijk over de zaak willen uitspreken. Een DPP-politica die dat wel deed, Anita Kalinde, werd op 18 augustus in aanwezigheid van de president fysiek aangevallen door mannen vanwege haar vermeende steun voor Banda.
Banda was de running mate van president Bingu wa Mutharika tijdens de presidentsverkiezingen van 2009. Het was de eerste keer sinds de onafhankelijkheid in 1964 dat het land een vrouwelijke vicepresident kreeg. Na de verkiezingen steeg het aantal vrouwelijke parlementsleden van 14 naar 22 procent.
In de hoogste regionen van de DPP zijn echter mensen die geen vrouwelijke president willen. Op 29 juli verklaarde de DPP-gouverneur voor het Zuiden, Noel Masangwi, dat "Malawi niet klaar is" voor een vrouwelijke president. De regionale gouverneur is de hoogste partijautoriteit in een provincie. Malawi telt drie regio's, waarvan het Zuiden de grootste is.

Geen commentaar

De DPP-leiding, inclusief president Mutharika, heeft zich niet uitgesproken tegen Masangwi. In plaats daarvan werd Mutharika's jongere broer Peter, die minister van Onderwijs is, naar voren geschoven als presidentskandidaat.
De campagne tegen Banda lijkt met de dag opgevoerd te worden. Aan het conflict wordt aandacht besteed door de nationale radio en de tv-stations van de Malawi Broadcasting Corporation (MBC), een staatszender. De MBC-leiding, die benoemd wordt door de president, heeft openlijk verklaard dat Peter Mutharika een betere presidentskandidaat is.
Banda noemde de campagne voor de jongere broer van de president in de lokale media "belachelijk". Ook gaf ze aan dat ze met betrekking tot de verkiezingen van 2014 haar positie zal verduidelijken als de tijd daar rijp voor is. "Ik geef geen commentaar meer op wat er gaande is. Laat de mensen zich er maar over uitspreken", zei Banda.
Toen Banda werd benoemd tot Mutharika's running mate in 2009, had ze al een politieke carrière in een vijandig klimaat achter de rug. "Ik heb geleerd te navigeren en mijn weg te vinden. Mensen hebben gezien hoe ik het gedaan heb als parlementslid. Ik ben niet emotioneel, maar standvastig en realistisch. Ik heb mijn werk gedaan als kabinetsminister en ik doorsta elke politieke, sociale en economische storm", zei Banda. Voordat ze vicepresident werd, had ze twee ministersposten gehad: Gender en Buitenlandse Zaken.