Armoede zet rem op kinderrechten

Een rapport van de Opperste Raad voor Moederschap en Kinderen (SCMC), een overheidsinstelling, neemt de levensomstandigheden van kinderen in Jemen onder de loep en onderzoekt op welke punten de eisen in de kinderrechtenconventie al dan niet worden nageleefd.

SCMC-medewerkster Fathia Ahmed zegt dat het rapport wil helpen het geweld tegen kinderen in te dijken en kinderarbeid en kinderhandel te stoppen. De voorbije jaren is de kinderhandel in Jemen nog toegenomen. Kinderen lopen daardoor het risico mishandeld, seksueel misbruikt of opgesloten te worden.

"Sinds Jemen de kinderrechtenconventie heeft geratificeerd, zijn de levensomstandigheden voor kinderen fors verbeterd. Voorheen kregen kinderrechten slechts weinig aandacht", zegt Ahmed tegen het VN-nieuwsagentschap IRIN. Toch blijft er veel werk aan de winkel: veel kinderen kunnen niet lezen of schrijven en er is een gebrek aan goede statistieken over de positie van kinderen.

Jemen is het armste land in de Arabische wereld, bijna de helft van de 20 miljoen inwoners leeft onder de armoedegrens. Dat betekent dat ze met minder dan anderhalve euro per dag moeten rondkomen. Volgens het rapport heeft 17,6 procent van de gezinnen te weinig te eten. Armoede treft vooral jongeren en kinderen. 53 procent van de armen zijn kinderen onder de 15 jaar, zegt het rapport.

Veel kinderen onder de vijf jaar lopen het risico te overlijden aan kinderziektes doordat ze niet gevaccineerd zijn of omdat ze geen veilig drinkwater of hygiënisch sanitair hebben. De gezondheidsdiensten in het land bereiken slechts de helft van de inwoners. MDG4 MDG7