Inheemse groepen zijn verantwoordelijk voor minstens een kwart van alle land in de wereld, blijkt uit internationaal onderzoek. Deze groepen zijn essentieel voor goed natuurbeheer in ecologisch kwetsbare gebieden.
De vermindering van kwaliteit van land is een belangrijke oorzaak van het verlies van biodiversiteit en ook van de klimaatverandering. Willen we de klimaatambities waarmaken en veel andere ontwikkelingsdoelen halen, zal er eerst en vooral iets moeten worden gedaan aan de teloorgang van kwalitatieve bodem. Vandaag is al 75 procent van het aardoppervlak aanzienlijk gedegradeerd. Dat zegt de Zuid-Afrikaanse ecoloog Robert Scholes.
De aanhoudende hitte die grote delen van de VS in haar greep heeft, lijkt er de publieke opinie rond de klimaatverandering te beïnvloeden. Bijna driekwart van alle Amerikanen is nu overtuigd dat het klimaat verandert, en al 60 procent ziet de mens als oorzaak.
Wereldwijd houdt de ontbossing aan, vooral in Afrika ten zuiden van de Sahara, Latijns-Amerika en Zuidoost-Azië, meldt de FAO. Maar het tempo neemt af.
De meeste armen in Latijns-Amerika wonen in of rond bossen. De zorg voor bossen wordt daarom cruciaal om de duurzame ontwikkelingsdoelen te halen, zeggen de VN.
Nu de zomerse hitte toeneemt, zullen steeds meer mensen airconditioning gebruiken om af te koelen. Dat betekent nog meer verbranding van fossiele brandstoffen en dus nog meer dodelijke luchtvervuiling.
De ontbossing in Zuidoost-Azië is veel ernstiger dan tot nu toe werd aangenomen, stellen onderzoekers op basis van satellietbeelden. De bevindingen zijn van belang omdat ze vraagtekens zetten bij aannames die gedaan zijn in projecties over de wereldwijde klimaatverandering.
De gevolgen van een klimaatverandering met 2 graden, die tot nog toe als veilig werd bestempeld, zijn ‘substantieel’ dramatischer voor gemeenschappen, de economie en ecosystemen dan bij een beperking tot 1,5 graden. Dat blijkt uit een gelekte versie van een belangrijk VN-rapport.
De steeds frequentere en intensere stormen als gevolg van de klimaatverandering kunnen een "catastrofale impact" hebben op de broodwinning van vissers en de hele visindustrie. Dat blijkt uit simulaties door de Universiteit van Exeter in Groot-Brittannië.