Gaza overleeft op voedselhulp

Het Wereldvoedselprogramma (WFP) schat de werkloosheidsgraad op 36 procent - in 2005 was dat nog 30%. Veel arbeiders kunnen de grens niet meer oversteken om in Israël te werken door de strengere wetgeving. Veel akkers en landbouwmachines zijn onbruikbaar. Een groot deel van de 1,4 miljoen inwoners van de Gazastrook is daardoor werkloos. Het WFP noemt hen "de nieuwe armen": vroeger behoorden ze tot de middenklasse, nu hebben ze geen enkele bron van inkomsten meer.
Vier op de vijf Palestijnen in de Gazastrok leven onder de armoedegrens. Uit cijfers van het WFP blijkt 54 procent van de inwoners van de Gazastrook in voedselnood te leven. Dat betekent dat ze een inkomen hebben van 1,2 euro per persoon per dag of minder. Volgens het WFP is dat het minimum dat nodig is om gezond voedsel te kunnen kopen.
"We zien meer en meer kinderen naar school komen die nog geen ontbijt kregen", zegt WFP-woordvoerster Kirstie Campbell aan de Israëlische krant Haaretz. "Veel gezinnen kunnen hun kinderen slechts een maaltijd per dag geven. Het probleem is het grootst in de Gazastrook."
Het WFP is sinds 2002 actief in de Gazastrook. De huidige noodhulpoperatie, die in augustus 2007 afloopt, levert voedsel aan 600.000 Palestijnen. Dat is 25 procent meer dan dat het WFP aanvankelijk gepland had.