59 miljoen jongeren in conflictlanden zijn ongeletterd

Unicef berekende dat er vier jaar lang 1 miljard dollar nodig is voor onderwijsprogramma’s. Dat zegt het VN-kinderrechtenagentschap naar aanleiding van de financieringsconferentie van The Global Partnership for Education (GPE) vandaag en morgen in de Senegalese hoofdstad Dakar.

Geweld, armoede en ongeletterdheid

Niger, Tsjaad, Zuid-Soedan en de Centraal-Afrikaanse Republiek zijn de landen met de hoogste graad van ongeletterdheid onder jongeren van 15 tot 24 jaar, respectievelijk 76 procent, 69 procent, 68 procent en 64 procent. Het zijn tevens landen met een lange geschiedenis van geweld en armoede.

“De cijfers zijn een sterk signaal dat aangeeft hoe tragisch de impact van crises op de vorming van kinderen is, voor hun toekomst en de stabiliteit en groei van het land waarin ze leven”, zegt Henrietta Fore van Unicef. “Een kind dat niet naar school gaat en als analfabeet opgroeit in een land dat verscheurd wordt door conflicten, heeft geen enkele kans.”

Onderwijs minst gesponsord

De nieuwe analyse over de mate van ongeletterdheid van kinderen wereldwijd toont aan dat meisjes en vrouwen het nog slechter doen dan jongens. In de 24 landen die Unicef onderzocht en waar een noodsituatie heerst, heeft gemiddeld 33 procent van de meisjes geen toegang tot basisonderwijs, in vergelijking tot 24 procent van de jongens.

Ondanks het enorme belang van onderwijs voor de toekomst van deze landen, gaat er volgens Unicef slechts 3,6 procent van de noodhulp naar onderwijs in conflictlanden en/of landen waar extreme armoede heerst. Dit maakt van onderwijs een van de minst gesponsorde sectoren binnen het humanitaire ontwikkelingswerk.

Basisonderwijs via de radio

Unicef zal op de financieringsconferentie in Dakar verdedigen dat het de komende vier jaar 1 miljard dollar per jaar nodig heeft voor onderwijs. Met dat geld worden leerkrachten opgeleid, scholen (her)opgebouwd en schoolmaterialen aangekocht.

In sommige landen werkt Unicef ook samen met overheden in het opzetten van radioprogramma’s als alternatief leerplatform voor kinderen en jongeren die door conflictsituaties niet naar school kunnen. Onder meer in Niger en Kameroen wordt momenteel gewerkt met dergelijke radioprogramma’s, al meer dan 144 uitzendingen die de basiskennis van letters en cijfers meegeven in het Frans, en de plaatselijke talen Fula, Hausa en Kanuri.

Het programma wordt binnenkort ook uitgerold in Burkina Faso, de Centraal-Afrikaanse Republiek, Guinee en Guinee-Bissau.

West- en Centraal-Afrika tellen de meeste landen met een hoge graad van analfabetisme.