Tunesië intimideert voormalige politieke gevangenen

Volgens de mensenrechtenorganisaties neemt de Tunesische overheid diverse repressieve maatregelen tegen ex-politieke gevangenen, waardoor ze hun normale leven niet meer kunnen opnemen.  

"Als Tunesië politieke gevangenen vrijlaat, zorgt het ervoor dat hun leven op een grotere gevangenis lijkt, die beheerst wordt door surveillances, bedreigingen en een mengeling van beperkingen", zegt Sarah Leah Whitson van Human Rights Watch.
 
De overgrote meerderheid van de politieke gevangenen valt in twee categorieën: mensen die veroordeeld werden wegens banden met de verboden islamitische oppositiepartij Annahda en mensen die veroordeeld werden onder de Terrorismewet uit 2003.

Sommige analisten geloven dat de Tunesische president Zine El Abidine Ben Ali zijn macht consolideert door gebruik te maken van de inmiddels achterhaalde dreiging van islamitische groepen zoals Annahda. Tegelijkertijd zou hij zo steun willen verwerven voor zijn Terrorismewet uit 2003

Controversieel

In 2002 eiste de Salafistische Groep voor Prediking en Strijd (SGPC), een vroege incarnatie an Al Qaeda in de Islamitische Maghreb (AQIM), de verantwoordelijkheid op voor een aanslag op een synagoge op het Tunesische eiland Jherba.

Deze aanslag gaf Ben Ali, die steun geniet van het leger, de mogelijkheid om in 2003 een aantal controversiële wetten in te voeren, gericht op de bestrijding van transnationale terroristengroepen. De wetten gaan volgens critici echter ten koste van burgervrijheden.

"De wetgeving uit 2003 geeft de staat de mogelijkheid om ver buiten de gebruikelijke kringen van Annahda-aanhangers angst te zaaien", zei Amel Boubekeur van het Carnegie Centrum voor het Midden-Oosten in Beiroet, onlangs in een opiniestuk in de Huffington Post.