Moslimgeleerden in het rebellenbolwerk Benghazi steunen de strijd tegen de Libische leider Muammar Khadaffi. Onder het bewind van Khadaffi werden ze stevig onder de knoet gehouden; sommigen maakten zelfs kennis met folteringen.
Terwijl de troepen van Kadhafi voor het eerst vooruitgang lijken te boeken in Libië, beginnen de westerse landen steun aan de rebellen serieus te overwegen. Militair of niet. Maar Amerika wil alleen iets doen als de regio meedoet.
Nu meer dan een miljoen gastarbeiders halsoverkop uit Libië vertrekken, zitten de landen waar zij vandaan komen met een groot probleem. Ze zijn in één klap tienduizenden werklozen rijker, en miljoenen euro's aan inkomsten armer.
Als Navo-strijdkrachten een "no-fly" zone boven Libië willen instellen of een militaire operatie in Libië overwegen, dan krijgen ze kampen met de wapensystemen die ze het land zelf verkocht hebben in de voorbije decennia.
Met zijn aanbod om te bemiddelen in de Libische crisis heeft de Venezolaanse president Hugo Chávez zich andermaal op het internationale voorplan gemanoeuvreerd. Maar analisten waarschuwen dat hij wel eens "aan de verkeerde kant van de geschiedenis" zou kunnen eindigen als hij Moammar Kadhafi blijft steunen.
De internationale gemeenschap bundelt de krachten om de groeiende humanitaire crisis in Libië het hoofd te bieden. Al tweehonderdduizend mensen werden het slachtoffer van geweld sinds het regime van Kadhafi enkele weken geleden zijn offensief lanceerde tegen de opposanten.
Op de muren bij het Al-Jalahziekenhuis in Benghazi hangen posters met vermiste personen. Het gaat vooral om tieners en jonge mannen die verdwenen nadat de protesten in Libië begonnen. In het ziekenhuis liggen honderden slachtoffers van straatgevechten tussen troepen van Khadaffi en de burgers van Benghazi.
In de afgelopen dagen hebben zich duizenden vrijwilligers aangesloten bij opstandige soldaten in het oosten van Libië. Ze maken zich klaar voor een mogelijk offensief in Tripoli om Muammar Khadaffi van de macht te verdrijven. Of om zich te verdedigen tegen een aanval van regeringstroepen.
De Libische leider Muammar Khadaffi lijkt met een bloedige strijd een einde te willen maken aan de onrust in zijn land. Maar zijn houding lijkt op die van twee dictators uit buurlanden, die daardoor uiteindelijk het veld moesten ruimen.
De regering-Khadaffi oefent druk uit op Libische studenten in het buitenland om deel te nemen aan pro-regeringsbetogingen. De studenten zouden hun beurs kwijtraken als ze niet op de betoging verschijnen.
