Windturbines mogelijk goed voor de landbouw

Een team van de Universiteit van Iowa plaatste meettorens in een windmolenpark in Iowa en mat er drie jaar lang de windsnelheden, temperatuur, luchtvochtigheid en de concentratie van verschillende gassen.

Uit die metingen blijkt duidelijk dat de turbines een meetbare impact hebben op de temperatuur, de vochtigheid en de CO2-concentratie – stuk voor stuk variabelen die de groei van planten beïnvloeden.

Zo blijken de windmolens de lucht uit verschillende lagen te vermengen, waardoor ze de hitte op grondniveau wat verzachten. Overdag is dat effect goed voor een temperatuurverlaging van een halve graad, 's nachts gebeurt het omgekeerde en wordt het tot een graad minder koud rond de turbines.

De turbulentie vermindert ook de hoeveelheid dauw op de gewassen, waardoor schimmels minder kans krijgen, en er blijkt meer CO2 in de lucht rond de gewassen de circuleren, wat tot een snellere groei kan leiden.

Groei

Gene Takle, hoogleraar Agronomie en Atmosferische Wetenschappen en hoofdauteur van de studie, vermoedt dat de turbines "alles bijeen genomen een kleine, maar positieve impact hebben op de gewassen."

"Om dat met zekerheid te kunnen zeggen, is echter veel meer onderzoek nodig. "De volgende stap is onderzoeken of die turbulentie zich ook vertaalt in een snellere groei van de planten", zegt Takle. "Dat wordt veel moeilijker, omdat de groei ook afhankelijk is van heel wat andere factoren, zoals variaties in de bodemkwaliteit en neerslag."