WFP verdriedubbelt voedselhulp in noordoosten Congo

De regio heeft niet alleen te maken met een geweldsopleving die tussen 10 en 13 juni 117 levens eiste, maar ook met een dodelijke ebola-uitbraak.

Herders en boeren

Hervé Verhoosel, woordvoerder van het Wereldvoedselprogramma (WFP), waarschuwde deze week dat “mensen sterven van honger, of lijden aan dusdanige ondervoeding dat de dood het gevolg kan zijn.” Hij zei dat er geen betrouwbare cijfers zijn over het aantal hongerdoden in Ituri, wel is duidelijk dat 13 miljoen mensen in het hele land te maken hebben met voedseltekorten, inclusief 5 miljoen acuut ondervoede kinderen.”

De situatie is verslechterd door een toename van het geweld tussen Hema-herders en Lendu-boeren. Dat geweld heeft mensen hun huis doen ontvluchten en de voedselprijzen doen stijgen. Daarnaast hebben veel mensen te weinig inkomen voor een gevarieerd dieet en is sprake van schade aan landbouwgewassen door insecten.

Oeganda

Het geweld doet zich juist voor in de oogsttijd, zei Verhoosel. “De nieuwe ontheemden moesten vluchten met bijna niets.” Veel slachtoffers van het toegenomen geweld zijn ondervoed en moesten al verschillende keren vluchten. “Ze zoeken veiligheid in de steden en de bush.”

Volgens de VN-Vluchtelingenorganisatie UNHCR heeft etnisch geweld geleid tot de ontheemding van 300.000 mensen sinds juni. Zo’n 7500 mensen staken de grens over naar buurland Oeganda.

Ituri is samen met Noord-Kivu ook de regio waar sinds augustus vorig jaar een ebola-uitbraak gaande is. Sinds de uitbraak op 1 augustus 2018, raakten naar schatting minstens 2338 mensen geïnfecteerd. 2224 gevallen werden officieel bevestigd.

Het WFP zegt 155 miljoen dollar nodig te hebben voor hulp aan 5,2 miljoen mensen in Congo. Daarvan is 35 miljoen nodig voor de ebola-uitbraak.