Veranderingen in bosbranden bedreigen 4400 soorten

“Recente branden hebben ecosystemen vernield waar natuurbrand historisch gezien zeldzaam was of niet voorkwam, van de tropische wouden van Queensland, over Zuidoost-Azië en Zuid-Amerika, tot de toendra van de poolcirkel”, zegt Luke Kelly.

Hij is een van de 27 internationale onderzoekers die, onder leiding van de Universiteit van Melbourne, de impact van de veranderende patronen bij bos- en andere natuurbranden op dier- en plantsoorten onderzochten.

Er blijken 4400 soorten bedreigd te zijn, melden ze in het tijdschrift Science. “Tot die soorten behoren 19 procent van de vogels, 16 procent van de zoogdieren, 17 procent van de libellen en 19 procent van de gewassen die geclassificeerd zijn als ernstig bedreigd, bedreigd of kwetsbaar”, zegt Kelly, een hoofddocent ecologie aan de Universiteit van Melbourne.

“Dat is een enorm aantal planten en dieren dat door brand wordt bedreigd.”

Orang-oetan

Soorten die in gevaar komen door een toename van de frequentie of intensiteit van branden, zijn onder meer de orang-oetan in Indonesië en het mallee emu-winterkoninkje in Australië.

Aan de Australische oostkust ging van augustus 2019 tot maart 2020 12,6 miljoen hectare bos in vlammen op, nooit eerder vonden er zoveel bosbranden plaats.

Oorzaken van de veranderende natuurbrandpatronen zijn onder meer klimaatverandering en landgebruik.

Ook een daling van het aantal natuurbranden kan problemen geven. Natuurbranden zijn bijvoorbeeld belangrijk voor Afrikaanse savanne-ecosystemen. Wanneer er meer struiken blijven staan, kan dat herbivoren zoals wildebeesten verdrijven, omdat die de voorkeur geven aan open gebieden.