Unicef: 650.000 kinderen in Kameroen redden het niet zonder steun

Het zijn vooral de Noord- en Zuidwestelijke regio’s die te kampen hebben met een ernstige veiligheidscrisis. “De leefomstandigheden gaan er zienderogen achteruit”, zei Unicef-woordvoerder Toby Fricker naar aanleiding van escalerend geweld in Kameroen.

“In totaal zijn 450.000 mensen die afkomstig zijn uit deze regio’s al op de vlucht geslagen voor het geweld.”

Crisis escaleert

Gewapende groeperingen in Kameroen terroriseren de lokale bevolking met gewelddadige aanvallen op huizen en scholen, kidnapping, seksueel geweld op vrouwen en meisjes, en verplichte rekruteringen in een gewapende bende.

Omdat de rebellen geen humanitaire hulp doorlaten, zitten duizenden mensen gevangen in hun situatie, zonder basisdiensten zoals gezondheidszorg en drinkwater.

Sinds december 2018 is naar schatting 40 procent van de gezondheidsinstellingen in het zuidwestelijke gebied niet meer functioneel.

De crisis is geëscaleerd na protest in de Engelssprekende regio in Kameroen, drie jaar geleden. Toen gingen daar stemmen op voor meer autonomie. Het geweld dat daarop volgde heeft een verwoestende invloed op de kinderen die daar leven, zegt Unicef.

Niet naar school

Veel van de kinderen hebben al drie jaar geen voet meer binnen gezet in een klaslokaal. Door de ban op onderwijs, uitgesproken door de gewapende groeperingen, heeft 80 procent van de scholen de deuren gesloten. “Dat raakt meer dan 600.000 kinderen rechtstreeks”, zegt Fricker. “Minstens 74 scholen zijn verwoest, en studenten, leerkrachten en ander personeel worden regelmatig blootgesteld aan geweld en intimidatie.

Sinds 2018 zijn ook minstens 300 leerlingen en docenten gevangen genomen. Meestal worden ze na een tijd weer vrijgelaten, maar niet voordat ze vaak traumatische ervaringen meemaakten.

Toekomst op het spel

“Door het onderwijs als doelwit te nemen, wordt de toekomst van een hele generatie op het spel gezet”, zegt  Fricker. “Als kinderen niet naar school gaan, lopen ze meer risico om opgenomen te worden in rebellengroeperingen, op jonge leeftijd te huwen, of vroeg zwanger te geraken.”

Unicef probeert daarom uit alle macht om kinderen terug naar de klas te begeleiden. Dit jaar werden 140.000 kinderen bereikt. Bijna 80.000 mensen werden geholpen met hygiënepakketjes en andere steun op vlak van water en sanitair.

30.000 kinderen kregen psychosociale steun in kindvriendelijke opvangtehuizen en minstens 15.000 gevluchte kinderen kregen opnieuw onderwijs in tijdelijke scholen die buiten de getroffen regio’s werden opgetrokken.

Unicef roep de strijdende partijen op om humanitaire hulp aan hulpbehoevende mensen te allen tijde door te laten, zoals het internationaal recht voorschrijft. Verder zegt de organisatie dat nog 20 miljoen dollar nodig is om alle kwetsbare kinderen in dit conflict te kunnen helpen. De organisatie hoopt daarbij op de hulp van internationale donoren.