Tsjaad kan vluchtelingenstroom uit Soedan amper nog aan

Sinds eind april zijn naar schatting 70.000 Soedanese vluchtelingen de grens met Tsjaad overgestoken. Velen zijn ondervoed, getraumatiseerd en hebben weinig meer dan de kleren die ze aan hebben.

Organisaties zoals Artsen Zonder Grenzen (AZG) doen wat ze kunnen en breiden er de hulpverlening uit, onder meer in het transitkamp Tine waar meer dan 18.000 mensen verblijven. Ze slapen er op de kale grond en hebben amper toegang tot onderdak, schoon water of voedsel. Daarbovenop komt ook nog dat het in Tsjaad momenteel verzengend warm is, met temperaturen rond 40 graden Celsius. 

Ondervoeding en mazelen

AZG heeft zijn medische en humanitaire operaties aan de grens en in het kamp uitgebreid, naar meer dan negenhonderd medische consulten per week en screening op ondervoeding. 

De organisatie trekt aan de alarmbel nu blijkt dat 29 procent van de kinderen onder de vijf jaar ondervoed is, en 9 procent ernstig ondervoed. Bovendien zijn er gevallen van mazelen geconstateerd, waar nu op wordt gereageerd met een massale vaccinatiecampagne.

De organisatie bouwt ook noodlatrines en deelt dagelijks 60.000 liter water uit - slechts de helft van wat nodig is.

AZG waarschuwt dat de humanitaire hulp in het oosten van Tsjaad gevaarlijk ondergefinancierd blijft, ondanks de solidariteit van de gastgemeenschappen en lokale organisaties. Het aanhoudende conflict in Soedan vertoont geen tekenen van afname en de komende weken worden nog meer vluchtelingen verwacht.

Miljoen ontheemden

“Soedanese vluchtelingen komen uitgeput aan, velen ook ondervoed, en hebben dringend hulp nodig”, zegt Claire San Filippo, noodcoördinator van AZG voor Soedan. “We roepen donoren, de VN en humanitaire organisaties op om hun steun voor voedsel, onderdak, sanitaire voorzieningen en medische zorg, inclusief geestelijke gezondheidszorg, op te schalen. De huidige hulp is ontoereikend.”

Tsjaad vangt meer dan een miljoen mensen op die hun huis zijn ontvlucht, onder wie 800.000 Soedanezen die sinds het begin van het conflict twee jaar geleden zijn gevlucht.

Nu het regenseizoen nadert, waarschuwen hulporganisaties dat de tijd dringt om een nog grotere humanitaire ramp te voorkomen.