Methaan is het “vergeten wapen” tegen de klimaatverandering

In de strijd tegen de klimaatcrisis kijkt de wereld vooral naar CO2. Maar methaan is tientallen keren krachtiger als broeikasgas, hoewel het minder lang in de atmosfeer blijft. Uit onderzoek blijkt dat methaan verantwoordelijk is voor bijna de helft van de opwarming van de aarde tot nog toe.

Vergeten wapen

In Frontiers in Science slaat een team van wetenschappers alarm. “De wereld richt zich terecht op CO2, de grootste aanjager van klimaatverandering”, zegt Drew Shindell, hoogleraar aan de Duke University en een van de auteurs.

“Methaan leek iets dat we tot later konden bewaren, maar de wereld is de afgelopen decennia heel snel opgewarmd, terwijl we er niet in zijn geslaagd onze CO2-uitstoot te verminderen. Dat maakt dat we wanhopig op zoek moeten naar manieren om de snelheid van de opwarming te verminderen, en dat kan door de methaanuitstoot aan te pakken.”

Methaan hoopt zich op de lange termijn niet op in de atmosfeer. Als we morgen alle methaanemissies zouden kunnen stoppen, zou over dertig jaar meer dan 90 procent van het geaccumuleerde methaan al weer verdwenen zijn uit de atmosfeer - voor CO2 is dat amper een kwart.

Economische winst

Toch gaat wereldwijd maar 2 procent van de klimaatfinanciering naar methaanreductie momenteel, hoewel ook daar de uitstoot nog altijd in de lift zit. Om de schade door klimaatverandering te vertragen en die onder de 2 graden te kunnen houden, moeten we onmiddellijk handelen en de uitstoot met 30 procent verminderen, zeggen de wetenschappers.

Dat is trouwens niet alleen goed voor het klimaat: elke ton methaan die in 2020 werd uitgestoten, veroorzaakte naar schatting 470 tot 1700 dollar aan schade. Waarschijnlijk nog veel meer als ook het effect van de luchtvervuiling op de menselijke gezondheid wordt meegerekend: zo’n 7000 dollar per ton.

“De voordelen van methaanreductie wegen bijna altijd op tegen de nettokosten”, zegt Shindel. “Veel opties voor methaanreductie leveren netto economische winst op, zelfs nog zonder rekening te houden met de positieve gevolgen voor het milieu.”