Investeringen in schone energie goed voor 10 miljoen nieuwe banen

De projecten variëren van offshore-windparken in Groot-Brittannië tot drijvende zonnecentrales in Vietnam. EY stelt in een gisteren (woensdag) verschenen rapport dat de projecten 2000 miljard dollar aan investeringen nodig hebben, zowel directe als indirecte banen opleveren, de CO2-uitstoot terugdringen en helpen bij groen herstel na de pandemie.

Doelen 2030

Serge Colle, energieadviseur bij EY, zegt dat uit het onderzoek blijkt dat er bij het juiste overheidsbeleid en regulering wereldwijd “groot potentieel is voor investeringen in hernieuwbare energie door de private sector.”

Als de betreffende projecten in de komende drie jaar allemaal gerealiseerd worden, zou de wereldwijde implementatiesnelheid van hernieuwbare energie meer dan verdubbelen. Hiermee zou de emissiereductie die de 47 landen uit het onderzoek – inclusief de G20-landen - beloofd hebben voor de komende tien jaar, voor 22 procent gehaald zijn, staat in het rapport.

Dit percentage vertaalt zich in 9 procent van de emissiereductie die nodig is voor 2030 om de opwarming van de aarde onder het meest ambitieuze doel van de Europese Klimaatstichting (ECF) te houden, namelijk 1,5 graden Celsius boven pre-industrieel niveau.

China en de VS

China en de Verenigde Staten profiteren potentieel het meest van deze ontwikkelingen. De projecten kunnen daar respectievelijk 2 en 1,8 miljoen nieuwe banen creëren. India, Australië, Brazilië, Groot-Brittannië en Canada kunnen elk ook honderdduizenden banen creëren, onder meer door windenergie op zee en land uit te breiden en te investeren in zonne-energie en waterkrachtcapaciteit.

De banen variëren van lager geschoold werk in de bouw, installatie en productie, tot ingenieurswerk en projectmanagement.
In Groot-Brittannië kunnen grotere investeringen in groene energie bijdragen aan duurzame banengroei en economische groei, vooral in de voormalige mijnbouwregio in Noord-Engeland en in de olie- en gasregio Schotland. In deze gebieden worden grote windparken ontwikkeld.

In de Britse pijpleiding met projecten waarvoor financiering nodig is, zitten 540 voorstellen die zich voornamelijk richten op wind- en zonne-energie. Die zijn potentieel goed voor bijna 439.000 nieuwe banen, staat in het rapport. Dat aantal kan stijgen tot 625.000 als energieopslag, transmissie en distributie meegeteld worden. Hiermee zou 90 procent van het banenverlies als gevolg van de covid-19-pandemie worden goedgemaakt, stelt de ECF.

Ontbrekende kennis

Tim Lord, expert bij het Tony Blair Institute for Global Change in het Verenigd Koninkrijk, waarschuwt dat op veel plaatsen wereldwijd de benodigde kennis en vaardigheden nog niet aanwezig zijn bij werknemers die aan de slag zouden kunnen in de  hernieuwbare energiesector en de toeleveringsketens.

“Bij deze transitie komt meer kijken dan het eenvoudigweg omscholen van een werknemer uit de olie- en gasindustrie om een windturbine aan te sturen”, zegt Lord, die niet betrokken was bij het EY-rapport. Coördinatie tussen regeringen en bedrijven is essentieel voor ontwikkeling van de plaatselijke infrastructuur en de benodigde vaardigheden om de opwekking en het gebruik van hernieuwbare energie uit te breiden. Deze coördinatie helpt bovendien bij het aantrekken van de benodigde investeringen, zegt hij.

De uitdaging is nog groter in ontwikkelingslanden waar grote delen van de bevolking zonder elektriciteit zitten en nog sterke markten ontwikkeld moeten worden, constateert Lord.

Klimaattop

De klimaattop (COP26) in november in Schotland zal een belangrijke rol spelen als het gaat om het stimuleren van de energietransitie in opkomende economieën. Dit gebeurt alleen als rijkere landen duidelijk laten zien dat ze zich willen inzetten voor decarbonisering, zegt Lord.

“Als er een situatie ontstaat waarin lage-inkomenslanden het gevoel krijgen dat de grotere landen hier echt op gaan inzetten… dan verwacht ik dat er een soort positieve cirkel ontstaat rond investeringen en mensen die dit serieus nemen.”

-

Dit artikel verscheen oorspronkelijk bij IPS-partner Thomson Reuters Foundation