Internationaal Gerechtshof beveelt Myanmar om Rohingya te beschermen tegen genocide

Het Internationaal Gerechtshof (ICJ), de hoogste rechtbank van de Verenigde Naties, besliste gisteren (donderdag) unaniem dat het land de Rohingya-bevolking moet beschermen.

Daarnaast werd het de autoriteiten ook verboden om bewijsmateriaal dat op mogelijke volkerenmoord kan wijzen, te vernietigen.

Gambia

De zaak tegen Myanmar werd in november door het Afrikaanse land Gambia namens de Organisatie voor Islamitische Samenwerking (OIC) aan het Hof voorgelegd, met het argument dat de Rohingya, die voornamelijk moslim zijn, aan genocide werden onderworpen.

De Rohingyaminderheid woont voornamelijk in de staat Rakhine in het noorden van het overwegend boeddhistische Myanmar.

Meer dan 700.000 mensen zijn sinds augustus 2017 vanwege ernstige mensenrechtenschendingen gevlucht naar buurland Bangladesh. De overgebleven Rohingya in Myanmar (naar schatting ongeveer 600.000 mensen) blijven extreem kwetsbaar voor vervolging, zei het gerechtshof.

Aung San Suu Kyi

Afgelopen december getuigde de de facto leider van Myanmar, Aung San Suu Kyi, dat de zaak volgens haar “een onvolledig en misleidend beeld” schetst van de gebeurtenissen in Rakhine.

Ze vertelde de rechtbank dat militaire leiders voor de rechter zouden worden gebracht indien ze schuldig zouden worden bevonden, en benadrukte dat “bewezen oorlogsmisdaden zouden worden vervolgd binnen het eigen militaire rechtssysteem.”

De uitspraak van 23 januari 2020 komt neer op een afwijzing van die argumenten. De bevelen van het Gerechtshof zijn bindend voor Myanmar, hoewel voorlopig want ze zijn ook onderworpen aan een beoordeling door de VN-Veiligheidsraad.

VN-topman António Guterres zou volgens zijn woordvoerder tevreden zijn met de uitspraken van het hof.

Het Internationaal Gerechtshof bestaat uit vijftien rechters die voor een periode van negen jaar zijn verkozen. Het is gevestigd in Den Haag, Nederland.

Mensenrechtenexpert beëindigt missie

Mede door de uitspraak heeft mensenrechtendeskundige Yanghee Lee donderdag haar laatste missie als speciale VN-rapporteur voor Myanmar afgesloten.

Haar laatste verzoek om het land binnen te komen werd geweigerd door de regering maar ze bezocht Thailand en Bangladesh om informatie te verzamelen over de situatie in Myanmar.

“Dat mij de toegang werd geweigerd tot Myanmar heeft me er niet van weerhouden alles te doen wat in mijn mogelijkheden lag om de internationale gemeenschap onpartijdige en nauwkeurige informatie uit eerste hand te verstrekken”, zegt ze. “Mijn missie en het einde van mijn ambtstermijn komen op een kritiek moment voor de mensenrechten in Myanmar en ik zal blijven streven naar een verbetering van de situatie.”

Lee werd in 2014 benoemd door de VN-Mensenrechtenraad en bracht halfjaarlijkse bezoeken aan Myanmar tot haar in december 2017 de toegang werd geweigerd.

In maart zal ze haar eindrapport afleveren bij de Mensenrechtenraad in Genève.