Grootsteden in ‘klimaatwhiplash’: droogte en overstromingen wisselen elkaar af

Bijna één op de vijf grootste steden ter wereld heeft te maken met een ‘climate whiplash’: een combinatie van zowel droogte als toenemende neerslag. Azië en Noord- en Oost-Afrika komen duidelijk als hotspots naar voren. Bij de meest kwetsbare Afrikaanse steden zijn Khartoem, Nairobi en Addis Abeba - in Azië gaat het om het Pakistaanse Lahore en Surabaya in Indonesië.

Maar ook Europese steden blijken kwetsbaar. Alle Europese grootsteden laten droogtetrends zien in de afgelopen veertig jaar, waaronder Madrid, Parijs en Londen. Ook steden als Berlijn en Barcelona lopen meer risico dan hun Amerikaanse of Australische tegenhangers, omdat ze vaak met een meer verouderde water- en afvalinfrastructuur kampen.

Klimaatflips

Verschillende Britse universiteiten en de organisatie WaterAid namen de kwetsbaarheden van de honderd grootste steden in de wereld onder de loep. Ze analyseerden niet enkel de klimaattrends, maar ook bijkomende parameters zoals armoede, gebrekkige watersystemen, slecht afvalbeheer of beperkte gezondheidszorg. Die factoren hebben een grote impact op de veerkracht van de steden tegenover de impact van de klimaatverandering.

Van de onderzochte grootsteden heeft 20 procent al een grote, plotse omslag van het ene uiterste naar het andere meegemaakt, bekend als een ‘klimaat-flip’. Zo’n 250 miljoen mensen ter wereld in steden als Bogota en Caïro zijn erdoor getroffen.

Kansen

“Het risico dat steden lopen, wordt niet alleen bepaald door de kans op een overstroming of op droogte, maar ook over hoe voorbereid gemeenschappen zijn om met deze gevaren om te gaan”, zeggen de onderzoekers.

Dat de getroffen steden vaak in clusters gevonden worden, biedt ook kansen, zegt Michael Singer, hoogleraar Hydrologie aan de Cardiff University. “Het is een interessante bevinding van deze studie dat de klimaatgevaren zich lijken te verspreiden over brede regio’s. Dat betekent ook dat er regionale mogelijkheden voor samenwerking zijn tussen landen om hun veerkracht tegen de klimaatverandering te versterken.”