Amper een op de zes landen heeft huiswerk rond natuurbehoud klaar

De natuur op aarde gaat er sneller op achteruit dan op eender welk moment in de menselijke geschiedenis. De mens heeft al 70 procent van het landoppervlak en 87 procent van de oceanen veranderd, en ruim een miljoen plant- en diersoorten zijn met uitsterven bedreigd.

Twee jaar geleden sloot de internationale gemeenschap daarom een historische overeenkomst die internationaal op gejuich werd onthaald. Het Kunming-Montreal-akkoord zou voor de natuur worden wat het Akkoord van Parijs voor het klimaat betekent. Het volgt ook hetzelfde principe: landen zouden tegen de volgende top - volgende week - met eigen plannen komen om hun natuur te beschermen.

Nieuwe top

Maar uit onderzoek van de Britse krant The Guardian en de ngo Carbon Brief blijkt dat amper 25 landen en de EU de deadline hebben gehaald. Dat betekent dat 170 landen dat niet hebben gedaan.

Daarbij zijn ook landen met een bijzonder waardevolle natuur. Van de zeventien ‘megadiverse landen’ - die samen goed zijn voor meer dan 70 procent van de internationale biodiversiteit - hebben er maar vijf al nieuwe beloften ingediend: Australia, China, Indonesië, Maleisië en Mexico.

Ook landen met de grootste bossen ter wereld hebben nog geen nieuwe beloften klaar. Vanuit de drie landen die samen het grootste deel van het Amazonewoud herbergen - Brazilië, Peru en Colombia - blijft het stil. Idem voor de zes landen in het Congobekken, die de grootste wouden van Afrika bezitten.

EU

De landen geven verschillende redenen, waaronder lange en complexe consultatierondes met de verschillende belanghebbende regio’s en gemeenschappen, en in sommige gevallen ook oponthoud door verkiezingen of politieke veranderingen.

De EU als geheel heeft weliswaar een plan ingediend, maar van de individuele lidstaten heeft amper de helft dat gedaan. Bovendien hebben belangrijke landen nog niet genoeg geld toegezegd om het beloofde doel van 20 miljard euro tegen 2025 te halen. Milieuorganisatie Greenpeace spreekt van “lege beloften”.

“De nieuw verkozen EU-leiders en de Commissie moeten wetten stemmen die cruciale ecosystemen beschermen en schoon water en gezond voedsel garanderen”, zegt Špela Bandelj van Greenpeace. “Tijdens de VN-top zullen vertegenwoordigers van de EU in de spotlights staan. De hele wereld zal niet alleen kijken of ze hun beloften nakomen, maar ook of ze een leidersrol opnemen wat betreft de implementatie van de doelen, en of ze daarvoor genoeg geld ophoesten.”

De VN-top rond Biodiversiteit (COP16) vindt plaats van 21 oktober tot 1 november in het Colombiaanse Cali.